loaf
Uiterlijk
- loaf
- erfwoord van Middelengels lof/laf, Angelsaksisch hlāf. Verder van West-Germaans *hlaib, Proto-Germaans *hlaibaz. Verwant met o.a. Duits Laib, Pools chleb, Russisch хлеб, Schots laif, Zweeds lev.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
loaf | loafs |
loaf
- (voeding) homp brood
- blok [1] van iets
- (informeel), (anatomie) harses, kop zn [2] (vooral in de woordcombinatie use one's loaf, "nadenken")
- gelanterfanter, gelummel, nietsdoenerij
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to loaf |
he/she/it | loafs |
verleden tijd | loafed |
voltooid deelwoord |
loafed |
onvoltooid deelwoord |
loafing |
gebiedende wijs | loaf |
loaf
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Erfwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Voeding in het Engels
- Informeel in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels