liquideren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: liquideren (hulp, bestand)
- IPA: / likwiˈderə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- li·qui·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verrekenen, afwikkelen’ voor het eerst aangetroffen in 1544 [1]
- van Frans liquider "financieel afwikkelen; doden", met het achtervoegsel -eren[2][3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
liquideren |
liquideerde |
geliquideerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
liquideren
- overgankelijk afwikkelen, verrekenen
- overgankelijk opheffen
- overgankelijk uitroeien, uit de weg ruimen
Schrijfwijzen
- likwideren (verouderd)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord liquideren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "liquideren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "liquideren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ liquideren op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %