liquidateur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: liquidateur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- li·qui·da·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van liquideren met het achtervoegsel -ateur[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liquidateur | liquidateurs |
verkleinwoord | liquidateurtje | liquidateurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de liquidateur m
- (handel) (beroep) iemand die met de liquidatie van een zaak belast is
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord liquidateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.