lipizzaner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lipizzaner (hulp, bestand)
- IPA: / ˌlipiˈtsanər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- li·piz·za·ner
Woordherkomst en -opbouw
- van Duits Lipizzaner, afgeleid van de Italiaans gespelde naam Lipizza van Lipica (bij Sežana) in Slovenië met het achtervoegsel -ner
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lipizzaner | lipizzaners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lipizzaner m
- (paardrijden) warmbloedpaardenras dat zijn oorsprong kent in de Habsburgse keizerlijke hofstoeterij "Lippiza" (1580-1915)
- ▸ Het 29-jarige paard - een kruising tussen een KWPN en Lipizzaner - mag zich sinds kort de tweede Amerigo van Nederland noemen en is bovendien stand-in voor de nationale intocht in Harderwijk.[1]
- ▸ De wereldberoemde Spaanse Hofrijschool in Wenen verkeert in ernstige financiële problemen. Volgens officiële cijfers die woensdag naar buiten werden gebracht, sluit het instituut met de beroemde lipizzaners dit jaar af met een verlies van 3,7 miljoen euro.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord lipizzaner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Het paradepaardje van Sinterklaas” (05-11-2010), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Spaanse Hofrijschool in de problemen” (14 september 2005), Reformatorisch Dagblad