linnengoed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: linnengoed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lin·nen·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van linnen en goed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | linnengoed | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het linnengoed o
- oorspronkelijk van linnen vervaardigd kleding- of beddengoed
- Ik moet het linnengoed nog in de droger gooien.
- ▸ Sinds het laatste meisje is vertrokken, heeft de was zich opgestapeld, en er is bijna geen linnengoed meer.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord linnengoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "linnengoed" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be