linkerbaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·ker·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerbaan linkerbanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de linkerbaanv / m

  1. linker deel van een weg met meerdere rijstroken
     Een paar taxi’s passeerden ons in de linkerbaan, plankgas verlieten ze Brooklyn om zo snel mogelijk het veilige Manhattan te bereiken.[1]
     Tussen de hectometerpalen 21,0 en 22,0 van de linkerbaan van de A16 op de Van Brienenoordbrug gebeurden vorig jaar 48 ongelukken.[2]
Afgeleide begrippen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 februari 2022 Weblink bron “Oostbaan Brienenoordbrug 'gevaarlijkste stuk snelweg'” (31-01-2018), NOS