likeur

Likeuren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  likeur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• li·keur

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘alcoholische drank’ voor het eerst aangetroffen in 1601

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	likeur	likeuren
verkleinwoord	likeurtje	likeurtjes

Zelfstandig naamwoord

likeur v/m

1. (drinken) een drank bereid met gestookte alcohol, aangevuld met smaakstoffen en veelal ook suiker

Hyponiemen

• koffielikeur, kruidenlikeur, oranjelikeur, pepermuntlikeur, vruchtenlikeur

Afgeleide begrippen

• likeurglaasje, likeurstel, likeurstroop, likeurwijn

Vertalingen

    1. een drank bereid met gestookte alcohol, aangevuld met smaakstoffen en veelal ook suiker   

Deens: likør (da) g Engels: liqueur (en) Frans: liqueur (fr) v

Papiaments: likùr Spaans: licor (es) m

Gangbaarheid

• Het woord likeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "likeur" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Frans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

likeur m

1. (spreektaal) liker (op Facebook)

   «Félicitations, tu es le premier likeur!»

   Proficiat, je bent de eerste liker!