lijfstoet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lijf·stoet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lijf en stoet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijfstoet | lijfstoeten |
verkleinwoord | lijfstoetje | lijfstoetjes |
Zelfstandig naamwoord
de lijfstoet m
- het gevolg van een vorst of aanzienlijk persoon
- De Koning verscheen, gevolgd door een grote lijfstoet.
Gangbaarheid
- Het woord 'lijfstoet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.