lijfeigenschap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lijfeigenschap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lijf·ei·gen·schap

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van lijfeigene met het achtervoegsel -schap

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lijfeigenschap	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de lijfeigenschap v

1. (geschiedenis) (leenstelsel) het lijfeigene zijn

   • In 1781 schafte keizer Jozef II bij keizerlijk besluit de lijfeigenschap af. Ten oosten van de rivier de Elbe werd de lijfeigenschap langer intact gehouden. In Rusland werd de lijfeigenschap pas afgeschaft in 1861 

Verwante begrippen

• herendienst

Vertalingen

    1.   

Engels: serfdom (en), servitude (en)

Spaans: servicio feudal (es) m, servidumbre (es) v

Gangbaarheid

• Het woord lijfeigenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.