lijer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lijer    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlɛijər / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• lij·er

Woordherkomst en -opbouw

• uitspraakvariant van lijder, meestal als tweede deel van een samenstelling; als zelfstandig scheldwoord vermoedelijk een (verkorting) bloedlijer

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lijer	lijers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de lijer m

1. (scheldwoord) verachtelijk persoon

   • houd je bek, lijer, sprak hij woest 

2. (informeel) iemand die een ernstige kwaal heeft

Hyponiemen

• [1] (intensivering) bloedlijer, coronalijer, hersenlijer, kankerlijer, kapsoneslijer, kolerelijer, syfilislijer, teringlijer, tyfuslijer,
• zenuwenlijer, zenuwlijer

Gangbaarheid

• Het woord 'lijer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.