ligwei

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lig·wei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ligwei ligweien
verkleinwoord ligweidetje ligweidetjes

Zelfstandig naamwoord

de ligweiv / m

  1. grasveld waarop mensen kunnen zonnen bij mooi en zonnig weer
    • Staatsbosbeheer waarschuwt dat ook het onderhoud van recreatieplassen, speelbossen en ligweides niet meer wordt gefinancierd door de overheid. De natuurbeheerder zoekt voor deze voorzieningen geld bij brancheorganisaties en toeristische ondernemers. [1] 
    • Wat een totale onzin. Laten we het eens hebben over al die half naakte mannen boven de 50 waarmee we niet alleen op het strand en ligweiden, maar ook in winkelcentra mee worden geconfronteerd als de temperaturen stijgen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 06 mrt. 2014 'Houd natuur open voor buitensport'
  2. De Telegraaf RONNEKE VAN DER GENUGTEN 03 apr. 2015 Mannen boven de 50 met ontbloot bovenlijf: liever niet
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be