ligt dood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ligt dood
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doodliggen

ligt (...) dood

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodliggen
    • Jij ligt dood. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodliggen
    • Hij ligt dood. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodliggen
    • Ligt dood!