liefheeft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lief·heeft

Werkwoord

vervoeging van
liefhebben

liefheeft

  1. (in een bijzin) tweede persoon (alleen U) en derde persoon enkelvoud van liefhebben
    • ... dat hij, zij, het liefheeft. 
    • ... dat u liefheeft.