lichtte voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • licht·te voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorlichten

lichtte voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorlichten
    • Ik lichtte voor. 
    • Jij lichtte voor. 
    • Hij, zij, het lichtte voor. 


Gangbaarheid