lichtschijnsel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lichtschijnsel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• licht·schijn·sel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  licht zn  en  schijnsel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lichtschijnsel	lichtschijnsels
verkleinwoord	lichtschijnseltje	lichtschijnseltjes

Zelfstandig naamwoord

het lichtschijnsel o

1. de straling van een lichtbron

   ▸ De kapitein nam Pierre bij het lichtschijnsel op en werd kennelijk getroffen door het verslagen gezicht van zijn gespreksgenoot.

   ▸ Volgens onderzoeksleider Christopher Conselice is het heel lastig om onderzoek te doen naar al die sterrenstelsels in het heelal. "Van het geschatte aantal van 2 biljoen kunnen we maar 10 procent onderzoeken. De rest van de stelsels ligt zo ver weg van de aarde dat het lichtschijnsel ervan onze planeet nog niet heeft bereikt."

Synoniemen

• glans, schittering, fonkeling

Gangbaarheid

• Het woord lichtschijnsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.