lichamelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·cha·me·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen lichamelijk lichamelijker lichamelijkst
verbogen lichamelijke lichamelijkere lichamelijkste
partitief lichamelijks lichamelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

lichamelijk

  1. met betrekking tot het lichaam
    • Het OM had zes jaar cel geëist voor de arts wegens het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk en psychisch letsel. [1] 
     Ik had gehoord dat de trail geestelijk veel zwaarder zou zijn dan lichamelijk.[2]
Uitdrukkingen en gezegden

Geestelijk en lichamelijk.

  • Met betrekking tot de geest en het lichaam.
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. www.nos.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be