lias
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- li·as
Woordherkomst en -opbouw
- [A] via Middelnederlands liasse van Frans liasse en middeleeuws Latijn liacium [1] [2]
- [B] via Engels Lias van Frans liais bepaald soort harde kalksteen [3] [4]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | lias | liassen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- pak documenten die met een touwtje aan elkaar zijn geregen
Afgeleide begrippen
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | lias | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] lias o
- (geologie) het onderste (oudste) tijdvak van het jura
- Het lias duurde van ongeveer 199,6 tot 175,6 Ma geleden.
Schrijfwijzen
- Vóór 2006 was de spelling Lias. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord lias staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lias" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 22 %
- Prevalentie Vlaanderen 29 %