leverpastei

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

leverpastij op roggebrood en stokbrood
Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ver·pas·tei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leverpastei leverpasteien
verkleinwoord leverpasteitje leverpasteitjes

Zelfstandig naamwoord

de leverpasteiv / m

  1. (voeding) een op leverworst en paté gelijkende roze massa gemaakt van gekookte en fijngemalen varkenslever, vet spek en verschillende kruiden, zoals peper, kruidnagel en nootmuskaat
    • De moeilijkste scène was volgens de 36-jarige Zuid-Afrikaanse een emotionele scène met een hond. Maar de hond wou die dag duidelijk niet meewerken ondanks de leverpastei op haar borsten.[2] 
    • In de naam zit ook al een associatie verborgen. De vanuit Amerika overgewaaide peanut butter wordt letterlijk vertaald als pindaboter, maar in 1948 mocht alleen echte roomboter boter heten. Daarop besloot Calvé de naam te veranderen naar pindakaas; naar het voorbeeld van een destijds populair broodbeleg van leverpastei dat leverkaas werd genoemd, zonder dat er een spoor van kaas in zat.[3]  
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 26/11/2011 lnz
  3. NRC Sam de Voogt 25 oktober 2016