leun achterover

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leun ach·ter·over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
achteroverleunen

leun (...) achterover

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteroverleunen
    • Ik leun achterover. 
  2. gebiedende wijs van achteroverleunen
    • Leun achterover! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achteroverleunen
    • Leun je achterover? 

Gangbaarheid