lesgaven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- les·ga·ven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lesgeven |
lesgaven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van lesgeven
- ...dat wij lesgaven.
- ...dat jullie lesgaven.
- ...dat zij lesgaven.
- ...dat wij lesgaven.
vervoeging van |
---|
lesgeven |
lesgaven