lerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·ren·de
Bijvoeglijk naamwoord
lerende
- verbogen vorm van de stellende trap van lerend
Werkwoord
vervoeging van: | leren |
lerende
- verbogen vorm van lerend, het onvoltooid deelwoord van leren
lerende
vervoeging van: | leren |
verbogen vorm: | lerendee |
lerende