lensput

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lens·put
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lensput lensputten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lensputm

  1. (scheepvaart) laagste punt van een schip waar zich (lek)water ophoopt en waar dit water kan worden weggepompt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be