leik
IJslands
Uitspraak
Bijvoeglijk naamwoord
leik
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van leikur
leik
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief onzijdig meervoud van leikur
leik
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief onzijdig meervoud van leikur
Werkwoord
leik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leika
leik
- korte vorm meervoud gebiedende wijs bedrijvende vorm van leika
Synoniemen
leik
- korte vorm meervoud gebiedende wijs bedrijvende vorm van leika
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
leik
leik
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van leikur