legertros

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

legertros
Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ger·tros
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord legertros legertrossen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

legertros m [1]

  1. (militair) (verouderd) de stoet van paarden, voertuigen en bijbehorend personeel die achter het leger aan kwam om het leger te bevoorraden
     De Russische legertrossen, artillerie en legercolonnes trokken rond het middaguur door de stad Enns, aan beide zijden van de brug.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen