legertros
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·ger·tros
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leger zn en tros zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | legertros | legertrossen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) (verouderd) de stoet van paarden, voertuigen en bijbehorend personeel die achter het leger aan kwam om het leger te bevoorraden
- ▸ De Russische legertrossen, artillerie en legercolonnes trokken rond het middaguur door de stad Enns, aan beide zijden van de brug.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. de stoet van paarden, voertuigen en bijbehorend personeel die achter het leger aan kwam om het leger te bevoorraden
Gangbaarheid
- Het woord legertros staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1