leerschool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leer·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leerschool leerscholen
verkleinwoord leerschooltje leerschooltjes

Zelfstandig naamwoord

de leerschoolv / m

  1. (onderwijs) plaats waar of omstandigheden waarin men zich in iets bekwaamt
    • dit was een harde leerschool voor hem 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen