leeftijdgrens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leef·tijd·grens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leeftijdgrens leeftijdgrenzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de leeftijdgrensv / m

  1. een door de kalenderleeftijd bepaalde scheidslijn
     ... hij is er rotsvast van overtuigd dat de van hogerhand vastgestelde leeftijdgrens streng nageleefd dient te worden ...[1]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500