leefde voort

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leef·de voort
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voortleven

leefde voort

  1. enkelvoud verleden tijd van voortleven
    • Ik leefde voort. 
    • Jij leefde voort. 
    • Hij, zij, het leefde voort. 


Gangbaarheid