leefbaarheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leef·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefbaarheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de leefbaarheid v
- de mate waarin iets leefbaar is; de mate waarin je ergens prettig kunt wonen
- ▸ Wethouder Van Doorninck noemt de uitspraak heel goed nieuws voor bewoners. "De leefbaarheid van hun straat wordt beschermd."[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord leefbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Vestiging flitsbezorger A'dam moet dicht, gevoelige nederlaag darkstores” (26 april 2022), NOS