ledemaat

Niet te verwarren met: lidmaat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ledemaat    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈledəmat/

Woordafbreking

• le·de·maat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  lede  en  maat zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ledemaat	ledematen
verkleinwoord	ledemaatje	ledemaatjes

Zelfstandig naamwoord

ledemaat o of m

1. (anatomie) een aan de romp aanhangend onderdeel van het lichaam dat door spieren bewogen kan worden en dat uit verscheidene geledingen bestaat

   • De ledematen van het menselijk lichaam. 

Hyperoniemen

• extremiteit

Hyponiemen

• fantoomledemaat
• arm, been, vin, vleugel

Vertalingen

    1. een aan de romp aanhangend onderdeel van het lichaam dat door spieren bewogen kan worden...   

Baskisch: gorputz-adar (eu) Bretons: ezel (br) Bulgaars: крайник (bg) Catalaans: pota (ca) Chinees: 肢 (zh) Duits: Gliedmaße (de), Glied (de) Engels: limb (en), Estisch: jäsemed (et) Fins: raaja (fi) Frans: membre (fr) m

Fries: lea (fy) Italiaans: arto (it) Noors: lem (no) m Nynorsk: lem (nn) m Pools: kończyny (pl) Quechua: kurku kuyuchiq (qu) Russisch: конечность (ru), член (ru) Spaans: extremidad (es) v, miembro (es) m Tsjechisch: končetina (cs)

Gangbaarheid

• Het woord ledemaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ledemaat" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.