lease

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lease
enkelvoud meervoud
naamwoord lease leases
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

lease v / m

  1. (financieel) (economie) het leasen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
leasen

lease

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen
    • Ik lease. 
  2. gebiedende wijs van leasen
    • Lease! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen
    • Lease je? 
  4. aanvoegende wijs van leasen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be