lea

Uit WikiWoordenboek

Tongaans

Zelfstandig naamwoord

lea

  1. taal, spraak

Werkwoord

lea

  1. spreken, praten


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
leer

lea

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van leer