lazerde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lazerde af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlazərdə ˈɑf / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- la·zer·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aflazeren |
lazerde (…) af
- enkelvoud verleden tijd van aflazeren
- Ik lazerde af.
- Jij lazerde af.
- Hij, zij, het lazerde af.
- Ik lazerde af.
Gangbaarheid
- Het woord 'lazerde af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.