laryngaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·ryn·gaal
Woordherkomst en -opbouw
- van het Latijnse 'larynx' (strottenhoofd) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laryngaal | laryngalen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de laryngaal m
- (taalkunde) medeklinker die in het strottenhoofd gevormd wordt, zoals de h, keelletter
Synoniemen
- laryngale medeklinker
Verwante begrippen
stellend | |
---|---|
onverbogen | laryngaal |
verbogen | laryngale |
Bijvoeglijk naamwoord
laryngaal
Vertalingen
1. in het strottenhoofd gevormd
2. betreffende de larynx
Gangbaarheid
- Het woord laryngaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laryngaal" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ laryngaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 29 %
- Prevalentie Vlaanderen 40 %