larguer

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak

Werkwoord

larguer

  1. (spreektaal) dumpen, de bons geven
    «Je me suis fait larguer par ma copine, j’sais plus où crêcher!»
    Ik ben eruit gegooid door mijn vriendin, ik weet niet waar ik naar toe moet! [1]
  2. (spreektaal) afdanken
    «Le dirlo a largué trois potes à moi.»
    De directeur heeft drie maten van me de laan uit gestuurd. [1]

Verwijzingen

  1. ↑ 1,0 1,1
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 123
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=larguer&oldid=3726735"