langpoot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lang·poot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord langpoot langpoten
verkleinwoord langpootje langpootjes

Zelfstandig naamwoord

de langpootm

  1. (informeel) benaming voor wezens waarvan de ledematen in verhouding tot het lichaam een grote lengte hebben
    1. spinachtige met heel lange poten
    2. tweevleugelig insect met heel lange poten
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be