langoureus
Uiterlijk
- Geluid: langoureus (hulp, bestand)
- lan·gou·reus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kwijnend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1976 [1]
- afgeleid van het Franse langoureux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | langoureus | langoureuzer | langoureust |
| verbogen | langoureuze | langoureuzere | langoureuste |
| partitief | langoureus | langoureuzers | - |
langoureus
- heel sterk verlangend
- Het woord langoureus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "langoureus" herkend door:
| 25 % | van de Nederlanders; |
| 48 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "langoureus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ langoureus op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -eus in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 25 %
- Prevalentie Vlaanderen 48 %