langeafstandsfietser

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lan·ge·af·stands·fiet·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord langeafstandsfietser langeafstandsfietsers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de langeafstandsfietserm

  1. iemand die in zijn vrije tijd met een rijwiel zeer lange tochten maakt, die meerdere dagen kunnen duren
    • Het makkelijk opvouwbare en lichte pakketje is niet alleen een uitkomst voor de langeafstandsfietser, ook de stadsfietser kan er zijn voordeel mee doen. [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen