landhuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- land·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van land en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landhuis | landhuizen |
verkleinwoord | landhuisje | landhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
het landhuis o
- (bouwkunde) een groot huis op het platteland
- Diverse tentoonstellingen en activiteiten werden van het Centraal Museum in het landhuis georganiseerd.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een groot huis op het platteland
Gangbaarheid
- Het woord landhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "landhuis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %