landerhoefijzerneus
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- lan·der·hoef·ij·zer·neus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Lander en en hoefijzerneus zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | landerhoefijzerneus | landerhoefijzerneuzen |
| verkleinwoord | landerhoefijzerneusje | landerhoefijzerneusjes |
Zelfstandig naamwoord
de landerhoefijzerneus m
- (vleermuizen) Rhinolophus landeri
een West-Afrikaanse hoefijzerneusvleermuis die waarschijnlijk sterk verwant is met de alcyonehoefijzerneus. Bij beide soorten hebben de mannetjes merkwaardige, door hun kleur afstekende, klierhaarbosjes. Opvallend is dat juist bij deze mannetjes de melkklieren sterk ontwikkeld zijn (bij andere mannetjeshoefijzerneuzen niet het geval). De functie hiervan is niet precies bekend, men vermoedt dat het geurklieren zijn (ze produceren in ieder geval geen melk)
Hyperoniemen
- echte hoefijzerneuzen, hoefijzerneuzen, vleermuizen, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'landerhoefijzerneus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.