lammetjespap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lam·me·tjes·pap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lammetjespap lammetjespappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de lammetjespapv / m

  1. (voeding) eenvoudig gerecht bestaand uit een gekookte en gezoete brij van melk en meelbloem
     Op schooldagen op het Schimmelplein in Utrecht bleven mijn broertje en ik ‘over’ bij Henne. Ze maakte lammetjespap voor ons.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. lammetjespap op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 9 april 2023 Weblink bron
    Manon Uphoff
    “Mijn zus, mijn levende nachtmerrie” (26 december 2016) op nrc.nl op Wikipedia