lameren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Mogelijk van lameer, dat ontleend is aan het Franse la mère. Het is echter niet uitgesloten dat het zelfstandige naamwoord afgeleid is van het werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lameren |
lameerde |
gelameerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
lameren
- (Zuidnederlands) (meestal langdurig) praten, kletsen, zijn tijd verpraten
- Werknemers die de hele dag zitten te lameren, zijn niet erg productief.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Zelfstandig naamwoord
de lameren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lameer
Gangbaarheid
- Het woord 'lameren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal