lallende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lal·len·de
Bijvoeglijk naamwoord
lallende
- verbogen vorm van de stellende trap van lallend
Werkwoord
vervoeging van: | lallen |
lallende
- verbogen vorm van lallend, het onvoltooid deelwoord van lallen
lallende
vervoeging van: | lallen |
verbogen vorm: | lallendee |
lallende