lakspuit
Uiterlijk
- lak·spuit
- samenstelling van lak zn en spuit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lakspuit | lakspuiten |
verkleinwoord | - | - |
- (gereedschap) apparaat om een dunne beschermlaag op oppervlakken aan te brengen door die opgelost in een vluchtig oplosmiddel te vernevelen
- ▸ Ook de moderne schilder heeft zich al spoedig met het spuiten vertrouwd gemaakt, hetzij door het loonspuiten voor de industrie of voor enkelvoudige objecten, waar hij met succes de kwast voor de lakspuit verwisselt.[1]
- Het woord 'lakspuit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Eijnsbergen, J.F.H. van“Het lakken van metalen : In het bijzonder: handleiding ten dienste van de lakspuiterijen der metaalindustrie” (1940), Ahrend, Amsterdam, p. 89
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal