laksa

Nederlands

laksa

Uitspraak

• Geluid:  laksa    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈlɑksa/

Woordafbreking

• lak·sa

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	laksa	laksa's
verkleinwoord	laksaatje	laksaatjes

Zelfstandig naamwoord

laksa

1. (voeding) pittige soep met noedels van rijst, een gerecht uit Zuidoost-Azië

Gangbaarheid

• Het woord 'laksa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Atjehs

Woordherkomst en -opbouw

• [2] van het Sanskriet लक्ष (lakṣa) "honderdduizend"', cognaat met Indonesisch laksa

Zelfstandig naamwoord

laksa

1. (voeding) laksa, pittige soep met noedels
2. (verouderd) tienduizend

Synoniemen

• [2] siplôih ribèe

Indonesisch

• [2] van het Sanskriet लक्ष (lakṣa) "honderdduizend"', cognaat met Atjehs laksa

Hoofdtelwoord

laksa

1. (voeding) laksa, pittige soep met noedels
2. (verouderd) tienduizend

Synoniemen

• [2] sepuluh ribu