Naar inhoud springen

lakeshore

Uit WikiWoordenboek
enkelvoud meervoud
lakeshore lakeshores

lakeshore

  1. meeroever
  2. meer
    «Her trip to the lakeshore was meant to discuss her condition with her married lover.»
    Haar reis naar het meer had als doel haar toestand met haar gehuwde minnaar te bespreken.