lag dwars
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lag dwars
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dwarsliggen |
lag dwars
- enkelvoud verleden tijd van dwarsliggen
- Ik lag dwars.
- Jij lag dwars.
- Hij, zij, het lag dwars.
- Ik lag dwars.
Gangbaarheid
- Het woord lag dwars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.