laconiek
Uiterlijk
- la·co·niek
- De inwoners van Laconië waren in de Oudheid bekend om hun gewoonte zich op snedige wijze en liefst zo kort mogelijk uit te drukken. Dit verklaart het ontstaan van de uitdrukking laconiek, dat wil zeggen snedig, gevat, en bovendien blijk gevend dat men de zaken doodkalm opneemt, zonder zich druk te maken.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | laconiek | laconieker | laconiekst |
verbogen | laconieke | laconiekere | laconiekste |
partitief | laconieks | laconiekers | - |
laconiek
- Het woord laconiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laconiek" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be