labboontjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: labboontjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɑboncəs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- lab·boon·tjes
Woordherkomst en -opbouw
- labboontje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de labboontjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord labboon
- (…) er was hesp bij, malvesiewijn en jonge labboontjes. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'labboontjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Timmermans, F.Pieter Breughel, zoo heb ik u uit uwe werken geroken. (1928) P.N. van Kampen & Zn., Amsterdam; p. 271; geraadpleegd 2019-11-26