laagvliegend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laag·vlie·gend

Werkwoord

vervoeging van: laagvliegen
verbogen vorm: laagvliegende

laagvliegend

  1. onvoltooid deelwoord van laagvliegen
stellend
onverbogen laagvliegend
verbogen laagvliegende
partitief laagvliegends

Bijvoeglijk naamwoord

laagvliegend

  1. op geringe hoogte vliegend
    • Boven de stad circelen laagvliegende helikopters, mogelijk op zoek naar gevluchte aanslagplegers. [1] 
    • Een Boeing 737 vliegt woensdagmiddag over de Reggestreek om de eventuele overlast van laagvliegende jumbojets van en naar Lelystad Airport na te bootsen. De actiegroepen die pleiten voor aanmerkelijk hogere vliegroutes vinden deze zogenoemde belevingsvlucht een wassen neus. [2] 
    • Geluidsoverlast en trillingen van de laagvliegende legerheli's waren hiervan de oorzaak. Die scheerden herhaaldelijk vlak over stallen en vlogen op momenten ook slechts enkele meters boven boerenerven. [3] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen