laad neer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laad neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neerladen

laad neer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerladen
    • Ik laad neer. 
  2. gebiedende wijs van neerladen
    • Laad neer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerladen
    • Laad je neer? 

Gangbaarheid